Hartaandoeningen bij de hond.
Een aantal fokkers steekt liever de kop in het zand maar
het kan niet ontkent worden dat hartfalen regelmatig voorkomt bij de bobtail.
Het vervelende is dat dierenartsen dit vaak niet herkennen. De hond krijgt
door het slecht functioneren van het hart allerlei kwalen aan organen
e.d. en sterft tengevolge van het niet meer goed functioneren van deze
organen. De organen waren niet de oorzaak maar het hart.
Middels een klein onderzoek een “echocardiogram”
en enkele berekeningen is vast te stellen of “fok”dieren op
dat moment belast zijn met een erfelijke hartziekte. Onze eigen fokdieren
worden dan ook allemaal preventief onderzocht op deze erfelijke afwijkingen.
Voor de kosten hoeven fokkers het niet laten. Een dergelijk onderzoek
kost tussen € 40,- tot € 100,-
Onlangs las ik in een tijdschrift dat zeker 10 % van alle
geboren honden ( gemiddelde van ALLE rassen) met enige vorm van hartafwijkingen
wordt geboren Bij het ene ras meer dan het andere. Een kwart van deze
honden wordt geboren met een zeer ernstige aandoening. Een plotseling
optredend hartinfarct komt bij honden zelden voor. Meestal heeft de hond
er al lang last van maar is het de baas niet opgevallen. Het doet langzaam
zijn intrede.
Onderstaand zal ik proberen in begrijpelijke taal het één
en ander uit te leggen over hartaandoeningen.
Omdat een groot aantal aandoeningen aan het hart genoemd
worden in het Latijn begin ik met een klein overzicht met de betekenis
daarvan.
Naam in het Latijns |
Naam in het Nederlands |
Aorta |
Lichaamsslagader |
Arterie Pulmonalis |
Longslagader |
Atrio Ventriculaire Kleppen (AV kleppen) |
Boezem Kamerkleppen |
Atrium |
Hartboezem |
Endocard |
Binnenvlies van het hart |
Myocard |
Hartspier |
Pericard |
Buitenvlies van het hart |
Septum |
Tussenwand |
Ventrikel |
Hartkamer |
We zullen eerst uitleggen hoe het is in een normale situatie.
Het hart bestaat uit 4 verschillende delen, te weten: de rechter boezem,
de rechter kamer, de linker boezem en de linker kamer. ( zie onderstaande
tekening )
|
Schema
van het Hart:
|
De bloedstroom door het hart gaat van de aanvoerende aders
(de voorste en achterste holle ader) in de rechterboezem, de boezems zijn
de verzamelruimtes voor het bloed zodat deze in porties kunnen worden
weggepompt via de rechter AV kleppen en komt dan in de rechterkamer (
Je moet de kamers zien als echte pompen die het bloed de grote of kleine
circulatie in pompen) De functie van de AV-kleppen is verhinderen dat,
als de kamer samentrekt om het bloed de slagaders in te pompen, het bloed
de boezems terug in stroomt. De AV-kleppen zijn dunne bindweefselvliesjes
die vastzitten aan spieren die het open-en dichtgaan regelen.Normaal kan
bloed alleen van de boezem naar de kamer stromen en niet terug. Vanuit
de rechterkamer gaat het bloed via de longslagader naar de longen. In
het begin van de longslagader zitten de halvemaanvormige pulmonaalkleppen
die verhinderen dat bloed weer terugstroomt vanuit de longslagader naar
de rechterkamer. Het zuurstofrijke bloed vanuit de longen komt via de
longslagaders in de linkerboezem. Hiervandaan stroomt het via de linker
AV-kleppen (de zogenaamde mitralis-kleppen) naar de linker kamer. Van
de twee kamers is de linker het zwaarst ontwikkeld omdat deze het bloed
pompt in de grote circulatie (het gehele lichaam, behalve de longen).
De linkerkamer pompt het bloed in de aorta, net zoals in de longslagader
zitten er in het begin van de aorta ook kleppen die verhinderen dat bloed
terugstroomt vanuit de aorta in de linkerkamer. Dit zijn de aortakleppen.
Direct boven deze kleppen vertakken uit de aorta de kransslagaders die
de hartspier van de nodige zuurstof en voedsel voorzien.
Aandoeningen aan het hart zijn als volgt te verdelen:
Ziekten van het Pericard: met name de ontsteking
komt af en toe voor. Ontstekingen krijgen meestal de achtervoeging "ITIS",
dus een pericarditis. Een pericarditis heeft meestal tot gevolg dat er
grote hoeveelheden ontstekingsvocht ophopen tussen het, niet rekbare,
pericard en de hartspier, gevolg: Deze wordt gehinderd in het samentrekken
en ontspannen. De hoeveelheid weg te pompen bloed wordt hierdoor aanzienlijk
verminderd, tot een mate waarbij het hart gaat tekortschieten in de pompfunctie.
Ziekten van het Myocard: Bij de hond komen
hier 2 typen regelmatig voor: De ontsteking, wederom de achtervoeging
"ITIS" dus myocarditis. In het algemeen geldt dat ontstekingen
veroorzaakt door een verwekker (bacterie,virus, parasiet etc.) of zonder
aanwezigheid hiervan de zogenaamde steriele ontstekingen. Een speciale
vorm van steriele ontsteking is een reactie van de afweer tegen lichaams
eigen cellen, de auto-immune ontsteking De steriele ontstekingen van het
myocard kunnen o.a. veroorzaakt worden door sommige medicijnen, vergiften
en tekorten in de voeding, zoals ontbreken van bepaalde aminozuren (bv.taurine)
en vitaminen (m.n. vitamine F en selenium). Een vroeger veel voorkomende
door een infectie veroorzaakte myocarditis was die door het parvo-virus
welke naast diarree ook hartproblemen kan geven.
De andere aandoening is het tekortschieten in kracht van de spiercellen
zelf, de zgn.cardiomyopathie, Cardio staat voor hart, myo voor spier
en pathie is vervoegsel van pathos als in pathologie; leer der ziekten.
Cardiomyopathie betekent dus ziekte van de hartspier.Cardiomyopathie
is een erfelijke afwijking die bij verschillende rassen voorkomt, een
andere oorzaak is de relatieve grootte van het hart in vergelijking
met de grootte van de hond. Bijna alle grote reuze-rassen hebben een
relatief klein hart in verhouding tot de rest van het lichaam, en zullen
, doordat er meer gevraagd wordt van de hartspier, een grotere kans
hebben op het krijgen van cardiomyopathie.
Ziekten van het Endocard: Hierbij is eigenlijk alleen
de ontsteking , de endocarditis, van belang. Een speciale vorm van endocarditis
wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van specifieke wormen in de kamers
en boezems van het hart. Deze hartwormen komen nog niet voor in Nederland
maar er zijn wel regelmatig infecties uit midden Frankrijk en zuidelijker
gebieden gemeld. Hoewel de mug die de worm overbrengt in Nederland en
België voorkomt zijn er hier nog geen besmette muggen gevonden.
Echter de meest noordelijke infectie in Europa heeft vlak boven Parijs
plaatsgevonden. Deze ziekte is een groot probleem in de U.S., omdat
er alleen preventief wat aan te doen is door met zeer korte tussenpozen
zware wormmiddelen te geven. Zitten de wormen eenmaal in het hart dan
zijn ze bij de levende hond niet zonder grote risico's van zowel het
geneesmiddel (arsenicum) als het vastlopen van dode wormen of delen
daarvan in nier of long (de thrombo-embolio) te verwijderen.
Ziekten van de Kleppen: Deze zijn onder te verdelen
in 2 groepen: de aangeboren (bij de geboorte reeds aanwezig, dit hoeft
dus niet erfelijke te zijn) en de tijdens het leven verkregen veranderingen.
Een beschadigde of niet goed aangelegde klep kan:
-
bloed hinderen in de normale doorstroming langs de
kleppen. Hierdoor is er meer kracht nodig om een zelfde hoeveelheid
bloed te verplaatsen. Dit wordt stenose (=vernauwing) genoemd.
-
Bloed laten terugstromen waardoor een deel van het
bloed opnieuw doorgepompt moet worden. Dit wordt insufficiëntie
genoemd.
Beide aandoeningen hebben tot effect dat het hart meer arbeid
moet verrichten voor een zelfde resultaat. Indien deze extra arbeid dusdanig
is dat het hart het onvoldoende kan compenseren (te veel bloed blijft
achter in het hart) zal dit een vergroting van het hart tot gevolg hebben.
Zowel bij de stenose als de insufficiëntie kan de stroming langs
de kleppen dusdanig sterk worden dat delen van het hart hierdoor beschadigd
raken. In deze beschadigde plaatsen kunnen gemakkelijk ontstekingen beginnen.
De prognose is dan ook verslechterd. Voorbeelden van deze ziekte zijn:
De subvalvulaire aorta-stenose, een erfelijke aandoening die al op jonge
leeftijd te herkennen is door het o.a. aanwezig zijn van een luide hartruis.
De chronische mitralis-insufficiëntie, een aandoening die bij de
oudere honden voorkomt en bij sommige rassen zo vaak dat er aan een erfelijk
probleem wordt gedacht.
Ziekten van de besturing van het hart, ritmestoornissen:
het samentrekken van de hartspier, de hartslag, wordt aangestuurd door
zenuwen vanuit de hersenen. Overal in het lichaam zitten sensoren die
het zuurstofgebruik meten en de bloedstroom naar dat gebied toe sturen,
en indien nodig vergroten of verkleinen. Als er plotseling veel vraag
voor zuurstofrijk bloed is (bij rennen van de hond b.v.) dan zal er vanuit
de hersenen een signaal naar het hart gaan om sneller te gaan kloppen.
In deze aansturing kunnen een paar fouten sluipen, meestal is het probleem
dat in rust de aansturing daardoor te traag is en het aantal slagen per
minuut extreem laag; in de volksmond wordt dit een sporthart genoemd.
Is het aantal slagen zo laag dat het onvoldoende is om het lichaam van
bloed te voorzien dan is de enige mogelijkheid het implanteren van een
pacemaker, deze geeft dan met vaste regelmaat een signaal naar het hart
om een slag te maken. Deze aandoening komt bij honden zelden voor.
In het hart zit ook een eigen geleidingssysteem om de samentrekking
zeer efficiënt te laten verlopen, fouten in dit geleidingssysteem
zijn te verdelen in 3 groepen:
1. Het signaal van de hersenen komt goed aan, echter niet
gevolgd door een juist startpunt van de samentrekking. Dit heeft tot gevolg
een goede hartslag echter met extra tussenruimtes waarin geen slagen plaatsvinden.
2.Het signaal van de hersenen komt goed door, echter er
is een storing in de geleiding waardoor de slagen onregelmatig van kracht
zijn.
3.Het signaal uit de hersenen komt goed aan, echter spontane
samentrekkingen beginnen in de boezems of kamers, het zogenaamde fibrilleren.
Binnen deze verdeling is een grote variëteit aan ziekten
vooral qua ernst en prognose. Grofweg kan de verdeling aan gehouden worden
dat de ernst toeneemt van 1 naar 3. Afhankelijk van de aandoening is er
geen therapie nodig tot zelfs geen of nauwelijks therapie mogelijk. De
meest voorkomende ritmestoornis heeft bijna iedere hond in rust: de repiratoire-aritmie,
dat wil zeggen dat door reflexen bij inademing en uitademing de hartslag
naar langzamer gaat, deze onregelmatigheid is geheel normaal bij honden.
Een andere veel voorkomende aandoening (vaak in combinatie met cardiomyopathie)
is de atriumfibrillatie (het boezemfibrilleren), hierbij trekken de boezems
zeer snel en onregelmatig samen waarbij maar kleine hoeveelheden bloed
naar de kamers kan worden getransporteerd. De kamers moeten vanwege het
geleidingssysteem meedoen en trekken vaak samen zonder dat er voldoende
bloed in zit , dit heeft tot gevolg een extreem hoge pols zonder duidelijke
kracht, de honden zijn erg moe en vermageren zeer snel. Dit komt omdat
het hart zeer veel energie verbruikt. Het hart klopt alsof de hond in
volle sprint is. Met medicijnen kan de hartslag krachtiger worden. De
oorzaak is echter niet behandelbaar waardoor de prognose toch somber is.
Overige hartproblemen:
Hieronder vallen onder meer de volgende problemen;
- Grote fouten in aanleg van het hart, b.v. het ventrikelseptumdefect
(een defect-gat-in de wand tussen rechter en linkerkamer) een rechter
aortaboog (het gehele hart is da in spiegelbeeld aangelegd.
- Fouten in de overgang van foetale bloedsomloop naar de normale bloedsomloop.
Persisterende ductus arteriosus botalli (een groot vat dat een kortsluiting
geeft van longslagader naar aorta sluit na de geboorte niet).
- Hartfalen tengevolge van aandoeningen buiten het hart. m.n. ziekten
in de mineraal huishouding zoals kalium en calcium geven grote problemen.
Heeft mijn hond een hartprobleem ????
Wat kunt u aan uw hond zien qua hartproblemen of juist niet: Bij niet
te dikke honden is door de vacht heen de hartslag te voelen net achter
de elleboog aan de linkerzijde, de pols is te voelen aan de slagader van
het dijbeen die aan de binnenzijde van de dij loopt;
De pols van een gezonde hond is:
Kleine hond, jonge hond: 110-180 slagen per minuut
Pup: 140-225 slagen per minuut
Middelgrote, grote hond: 70- 160 slagen per minuut.
In rust moet de pols aan de lagere waarden voldoen. Natuurlijk
is er veel variatie mogelijk door grootte en de mate van training van
de hond. Het uithoudingsvermogen is een goede maatstaaf, verminderingen
hieraan kunnen wijzen op problemen van hart of longen. Zeker omdat veel
problemen geleidelijk ontstaan wordt dit nogal eens toegeschreven aan
ouderdom, terwijl de oorzaak goed behandelbaar kan zijn !
Andere symptomen die op kunnen vallen:
Hoesten (net na inspanning)
Blauwverkleuring van de slijmvliezen en tong
Flauw vallen
Dikker worden aan de buik en niet de rest van het lichaam
|