Home ;
Home
Kennel
Honden
Foto's
Pups
VERS VAN DE PERS !!
Gezondheid
Trimsalon
Showen
Route
Links

 

 


Sinds kort is er betrouwbare apparatuur voor de bloeddrukmeting van dieren
Bloeddrukmetingen bij de hond en kat

Dr. Paul J.J. Mandigers is dierenarts-specialist Interne Geneeskunde van Gezelschapsdieren bij Veterinair Specialistisch Centrum ‘De Wagenrenk’ in Wageningen en wetenschappelijk medewerker aan de Hoofdafdeling Geneeskunde voor Gezelschapsdieren van de Universiteit Utrecht. Hij schreef onderdstaand in een nummer van Over Dieren over bloeddrukmetingen bij de hond en kat.

Bij mensen is het meten van de bloeddruk een vrij normaal en vaak toegepast onderdeel van een medisch onderzoek. Bij onze huisdieren daarentegen maakt de bloeddrukmeting nog geen standaard onderdeel uit van een lichamelijk onderzoek. Eigenlijk is dat vreemd, want het meten van de bloeddruk is bij de hond en kat wel degelijk mogelijk en kan belangrijk zijn voor een verdere behandeling. Er zijn echter goede redenen waarom het nog geen standaard onderdeel is binnen de gezelschapsdierenpraktijk.
De eerste reden is dat er tot voor kort geen betrouwbare apparatuur voor de bloeddrukmeting van dieren beschikbaar was. Bij de mens is de meting relatief simpel en kan de bloeddruk met betrekkelijk goedkope apparatuur betrouwbaar gemeten worden. Bij de hond en kat is dat niet het geval. Een dierenarts die de bloeddruk wil meten zal allereerst goede (en ook dure!) apparatuur aan moeten schaffen. In Nederland wordt het meest de zogenoemde doppler of de oscillometrische techniek gebruikt. Hoewel er meerdere firma’s zijn die deze apparatuur maken, zijn alleen de duurdere versies betrouwbaar.
Anderzijds is de meting niet zomaar uit te voeren bij onze huisdieren. Bij de kat is de meting aan de voorpoot het meest betrouwbaar. Bij de dopplertechniek wordt er een cuff, dat is een soort manchet om de druk te meten, direct onder of boven de elleboog gedaan waarna boven het grootste voetzooltje een slagader wordt opgezocht. Met deze meting kan uitsluitend de bovendruk (systolische druk) gemeten worden. Hoewel mensen met enige ervaring dit snel kunnen doen, staat niet iedere kat (of hond) dit zomaar toe. Soms lukt het simpelweg niet. Bij de hond kan een achterpoot, maar soms ook de staart gebruikt worden. Bij de oscillometrische techniek zit er in de cuff een druksensor, dat is een drukmeter. Deze kan zowel de bovendruk als de onderdruk meten. Zeker bij deze techniek gaat de regel op: hoe duurder de apparatuur hoe betrouwbaarder de meting. Daarnaast geldt helaas ook dat hoe behaarder het huisdier is, hoe onbetrouwbaarder de meting wordt. Tel daarbij op dat een dierenarts enkele tot tientallen minuten bezig kan zijn (ongeacht de techniek); dan zijn direct ook de beperkingen van het meten van de bloeddruk bij dieren duidelijk.

Bloeddrukmeting zinvol
Zoals eerder vermeld heeft de meting zeker zin. Allereerst is het meten van de bloeddruk zinvol als onderdeel van een routineonderzoek. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de oudere hond of kat. Vroeger werd stellig beweerd dat een hogere bloeddruk niet voorkwam. Maar de bloeddruk werd helemaal niet gemeten, dus werd ten onrechte jarenlang beweerd dat de bloeddruk niet te hoog zou zijn. Juist bij oudere katten (en sommige honden) kan de bloeddruk abnormaal verhoogd zijn (tot wel waarden van 300 mmHg, zie ook het kader) en kan hierdoor ziekte ontstaan. Er zijn echter ook meerdere (bekende) specifieke ziekten waardoor een hogere bloeddruk kan ontstaan. De meest bekende ziekte is nierfalen. Nierfalen werkt een hogere bloeddruk in de hand, maar kan er ook door versterkt worden. Katten met een hogere bloeddruk kunnen daarnaast plotseling blind worden doordat het netvlies in de oogbol loslaat. Schildklierproblemen, eveneens een veel voorkomende ziekte bij de oudere kat, suikerziekte (hond en kat) en bijnierschorsproblemen (hond en soms kat) kunnen ook een hogere bloeddruk veroorzaken met allerhande gevolgen van dien.

Hartpatiënten
Daarnaast is een bloeddrukmeting van belang bij hartpatiënten. Het is belangrijk voor een dierenarts om zich af te vragen of hij bloeddrukverlagende medicatie moet geven aan een hond of kat die al een te lage bloeddruk heeft. Of bijvoorbeeld een acuut ziekte hond of kat die aan het infuus moet. Meestal wordt een dergelijke patiënt aan een halsinfuus gelegd zodat de bloeddruk in de ader goed in de gaten gehouden kan worden. En bij bepaalde operatieve ingrepen wordt in de grotere dierenklinieken met een uitgebreide uitrusting bij sommige moeilijkere ingrepen standaard een slagaderlijke bloeddruklijn aangelegd zodat de operatie veilig kan worden uitgevoerd. Helaas is de meting niet zomaar uit te voeren en moeten er vaak extra kosten voor gerekend worden. Maar een eerste conclusie moet zijn dat bloeddrukmetingen wel degelijk een plaats in de diergeneeskunde verdienen.

Tot slot kunnen we concluderen dat de bloeddrukmeting bij de hond en kat goed uitvoerbaar is en dat er meerdere redenen kunnen zijn om de meting te doen. Een dierenarts die deze goede service wil verlenen moet natuurlijk wel extra kosten maken. Er moet apparatuur worden aangeschaft. Hij zal moeten oefenen met de meting en daarnaast is een rustige ruimte om te kunnen werken essentieel. De dierenarts moet er ook aan wennen dat een betrouwbare meting meerdere malen herhaald wordt.


Hoe hoog moet de bloeddruk van een hond of kat eigenlijk zijn?
De normaalwaarden voor de bloeddruk bij de kat is bij benadering 120 mmHg gemeten met de dopplertechniek en met behulp van de oscillometrische methode 120 over 80 mmHg. Van overdruk (hypertensie) spreken we bij waarden boven de 160 mmHg. Op deze wijze ‘verrekenen’ we de stressfactor. Omdat het dier stress kan hebben omdat hij bij de dierenarts is, kan de bloeddruk in stijgen. Daarom wordt een zogenoemde stressmarge gehanteerd.
De normale bloeddruk van de hond gemeten met de oscillometrische methode is ongeveer 130 over 76 mmHg. Van hypertensie wordt bij de hond gesproken bij een bloeddruk hoger dan 160 mmHg.