Elleboog-dysplasie bij honden 
       
        Elleboog-dysplasie (ED) is een deels erfelijk bepaalde aandoening, die 
        vooral bij grote en hele grote hondenrassen voorkomt. Het ontwikkelt zich 
        in de tijd van de snelste groei, meestal tussen de vierde en de zesde 
        maand. Elleboogdysplasie is eigenlijk een verzamelnaam voor vier verschillende 
        aandoeningen: 
      LPC = los processus coronoideus  
        OCD = osteochondrosis/o. dissecans (OCD)  
        LPA = los processus anconeus 
        INC = incongruentie 
      LPC en OCD kunnen door middel van arthroscopie worden behandeld.  
        Voor de behandeling van LPA en INC is een operatie nodig.  
        Deze aandoeningen komen meestal in beide ellebogen voor. Daarnaast kunnen 
        in één gewricht meerdere aandoeningen tegelijkertijd aanwezig 
        zijn. Het gevolg is dat er ontsteking en secundaire osteoarthritis (slijtage) 
        ontstaat in het gewricht. De rassen waarbij dit het vaakst voorkomt in 
        Nederland zijn Berner Sennenhond, Labrador Retriever, Rottweiler, Golden 
        Retriever en Duitse Herder, maar het wordt ook bij Schotse Collie, Welsh 
        Corgie en andere rassen vastgesteld.  
        De klachten en verschijnselen zijn bij alle vier de aandoeningen gelijk. 
        Meestal is tussen de vierde en de zesde maand de eerste kreupelheid te 
        zien. Soms zijn deze honden niet de hele tijd kreupel, maar moeten zij 
        na rust warm lopen of ze worden door veel beweging meer kreupel. Vaak 
        draaien zij de poten naar buiten of binnen, om de elleboog te ontlasten. 
        Dit kan soms een belangrijk symptoom zijn bij honden, die ED aan beide 
        kanten hebben. Bij deze honden valt kreupelheid soms ook niet op omdat 
        beide voorpoten even kreupel zijn. 
        Een diagnose kan samen met de klinische symptomen, röntgen en vooral 
        met arthroscopie worden vastgesteld. 
         
       
       Klik 
        op de foto voor een vergroting
  |